Gezondheid van kop tot staart, je dier is het waard!
Webwinkel Keurmerk9,6 @ Webwinkelkeur
0
0
Gezondheid van kop tot staart, je dier is het waard!

Door Miranda de Vries

Zelfselectie bij dieren

Zelfselectie bij dieren.

Laten we eerst bepalen wat in deze blog exact het begrip zelfselectie is. Dan is hier geen verwarring over.

Zelfselectie is het dier zelf laten kiezen welke kruiden hij wil eten. En welke hoeveelheid.

In basis kan elk dier dit. In werkelijkheid ligt het genuanceerder. 
Dat heeft met een aantal factoren te maken.

1. Vertrouwen
2. Roots (herkomst)
3. Voeding
4. Medisch

1. Vertrouwen gaat 2 kanten op. Het dier moet vertrouwen hebben in zijn eigen kunnen en het vertrouwen in zijn eigenaar/verzorger moet goed zijn.
Dieren zijn onze grootste spiegels. Ze voelen als geen ander emotie aan.
Als je zelf sceptisch bent over het kiezen van kruiden en denkt dat je dier het niet kan, zal het ook zo zijn.
Je zegt: (soms onbewust) "doe maar niet" of "je kan dit niet". Het dier pikt deze signalen op en zal niet kiezen, alles opeten, omgooien of "verkeerde" keuzes maken.
Als je durft uit te dagen, moet je ook durven luisteren.
Daarnaast moet het dier leren kiezen als dit nog nooit van hem gevraagd is. Dat is een kwestie van vertrouwen krijgen in jezelf. Soms is dat met 1 keer voordoen klaar en soms kost dit wat meer tijd.

2. Roots (herkomst)
De imprent als jong dier is van grote invloed op keuzes. Hoe goed heeft je dier geleerd grenzen aan te geven, te onderzoeken en te spelen? Hoe ver mag hij gaan in aangeven? Is er wederzijds respect?
Kruiden kiezen is een samenspel. Je dier is nog steeds afhankelijk van jou. Jij bent degene die de keuzes geeft. Als je dier (te) vroeg bij de moeder is weggehaald, niet is opgegroeid met nest/kudde/leeftijd genootjes dan is kiezen niet iets wat erin zit vanaf de roots.
Begeleiding is essentieel voor een succesvolle zelfselectie.

3. Voeding
Voor gezonde keuzes is een gezond lijf nodig. 
Van dieren die niet eten volgens hun natuurlijke behoefte kunnen we niet standaard verwachten dat ze weten wat goed voor ze is. Dit is natuurlijk sterk overdreven en erg zwart-wit. Het zal je namelijk verbazen hoeveel OERKRACHT een dier in zich heeft en wel degelijk de juiste keuzes kan maken terwijl het voeding eet die niet past bij hem.
Logischerwijs zul je het bovenstaande wel in gedachten moeten houden als je met zelfselectie aan de slag gaat.

4. Medisch
Een (chronisch) ziek dier staat niet in zijn kracht en afhankelijk van de aandoening, het stadium en de eventuele medicatie is van invloed op zelfselectie.
Dit wil niet zeggen dat je er niet mee aan de slag kunt, maar dat je wel heel goed moet kijken en luisteren naar je dier. Je hebt kennis nodig van de kruiden en wisselwerkingen om veilige keuzes aan je dier aan te bieden.
Juist samenwerken met zelfselectie, respect en uitdaging geven aan je dier, kan een kracht naar boven halen waardoor het makkelijker wordt om te dealen met hetgeen er aan de hand is.
Denk in mogelijkheden. Kijk vooral naar wat wel kan!


Het aanbieden van kruiden.

Meer kruiden = Meer werking
Dit is absolute nonsens. Net als "Baat het niet, dan schaadt het niet". Het zijn maar planten.

Planten hebben ongelofelijk veel kracht in zich. Afhankelijk van de herkomst bevatten ze nog veel oorspronkelijke inhoudsstoffen. 

Bij het eten van 1 blaadje gebeurd er al iets in het lichaam. Het is wel zo dat dieren ervoor kunnen kiezen meer nodig te hebben dan 1 blaadje. Dus vanuit dat inzicht bekeken kun je zeggen meer kruiden = meer werking. Dat komt meer vanuit de hoek; het lichaam heeft meer van deze inhoudsstoffen nodig. 

Als je met zelfselectie aan de slag gaat kies je kruiden die veilig/nodig kunnen zijn voor jouw dier.
Werk met bakken of schaaltjes om de kruiden neer te zetten. Zet het zo neer dat je dier er omheen kan lopen en ruimte heeft om te ruiken, voelen en proeven. Zet de bakken niet te dicht op elkaar.

Is er duidelijk voorkeur voor 1 of meerdere soorten dan blijf je deze aanbieden tot het opeten stopt. Soms is het nodig hierin te begeleiden. En ben jij voor dat moment de stop. Het kan nodig zijn om tekorten aan te vullen en om 3 tot 6 weken met 1 of meerdere kruiden te werken. Je blijft ze dan dagelijks aanbieden tot de behoefte stopt.

Herbivoren, omnivoren en carnivoren.
Oftwel planteneters, alleseters en vleeseters.

Planteneters eten planten. Het aanbieden van de kruiden doe je daarom vers of gedroogd in pure vorm. Soms is dat te heftig en maak je er thee van. 

Alleseters kunnen zowel vers, gedroogd of thee nemen. Het is per dier verschillend waar de hoogste behoefte ligt.

Carnivoren eten vlees en geven over het algemeen de voorkeur aan thee. Desalniettemin zie je bijvoorbeeld honden vers gras eten, als je goed kijkt plukken ze soms ook verse kruiden.
Het aanbieden hoeft niet persé in thee vorm, je kunt ook verse of gedroogde kruiden neerzetten/neerleggen en vragen of hier iets bij zit waar je dier mee kan werken.
In sommige gevallen is een poedervorm een betere oplossing. Net als bij thee is poeder een eenvoudigere manier voor het lichaam om het op te kunnen nemen. Roer het niet door het eten, maar geef ook bij poeder de keuze om het wel/niet op te likken.
Om te voorkomen dat het poeder wegstuift en in de neus of ogen terecht komt, doe je er een druppel water bij. 

Heb je vragen over zelfselectie bij dieren stuur dan een bericht.
Als je het zelf lastig vind om de juiste kruiden te kiezen, het je dier op een veilige manier wilt leren, of om een andere reden hulp wilt dan kun je een afspraak maken voor het doen van een kruidenbar bij jouw locatie. Voor een ander dier dan een paard-pony-ezel kun je per mail contact opnemen.