Je paard in het voorjaar de wei op: waar moet je op letten.
Het voorjaar is een prachtig moment om je paard weer op de weide te laten. Maar voordat je de poort openzet, is het belangrijk om een aantal zaken goed voor te bereiden. Zo zorg je ervoor dat zowel de weide als je paard klaar zijn voor het nieuwe seizoen.
Weidebeheer en bodemvoorbereiding
Bodemonderzoek en bemesting
Voordat je bemest, is het verstandig om een bodemonderzoek te doen. Dit geeft inzicht in welke voedingsstoffen je weide nodig heeft en voorkomt overbemesting of een verkeerde mineralenbalans. Vanaf 15 februari mag je wettelijk beginnen met bemesten. Dit doe je bij voorkeur als de bodemtemperatuur boven de 10 graden ligt en er regen op komst is, zodat de voedingsstoffen goed in de bodem kunnen trekken. Houd er rekening mee dat paarden na bemesting minimaal vier weken niet op de weide mogen om opname van meststoffen te voorkomen. Welke mestsoort het meest geschikt is voor jouw weide hangt af van de bodemgesteldheid en het gebruik.
Ongewenste planten beheren
Het vroege voorjaar is hét moment om ongewenste planten aan te pakken. Jacobskruiskruid en ridderzuring zijn twee planten die je beter kunt verwijderen voordat ze zich verder verspreiden. Jacobskruiskruid is giftig voor paarden en blijft ook in gedroogde vorm (zoals in hooi) schadelijk. Ridderzuring is niet giftig, maar kan sterk woekeren en verdringt andere gewassen. Door deze planten vroeg in het seizoen uit te steken, zijn ze makkelijker te verwijderen. Vul de open plekken in de grasmat direct aan met een geschikt gras- en kruidenmengsel, zodat ongewenste planten minder kans krijgen om terug te komen.
Weidekwaliteit en variatie
Een sterke, gezonde weide bestaat niet alleen uit gras, maar ook uit diverse kruiden en structuurrijke gewassen. Dit draagt bij aan een natuurlijker rantsoen en helpt het bodemleven te ondersteunen. Het aanleggen van een kruidenrijke weide kan zorgen voor een betere voedingsbalans en een stabielere suikeropname voor je paard.
Controle van de weide en omheining
Voordat de paarden weer de wei in gaan, is een controle van de omheining essentieel. Check of alles stevig staat, er geen scherpe randen uitsteken en of de stroomvoorziening goed werkt. Zorg ervoor dat het draad op spanning staat om blessures te voorkomen. Overweeg om de weide op te delen in kleinere percelen of stroken om gecontroleerd te kunnen beweiden en het gras een kans te geven om te herstellen.
Geleidelijk wennen aan gras
Het voorjaarsgras verschilt sterk van het winterrantsoen. Een abrupte overgang kan risico’s met zich meebrengen, zoals hoefbevangenheid, diarree of koliek. Een rustige opbouw is daarom cruciaal.
Kies het juiste moment: Start met weiden zodra de nachttemperatuur structureel boven de 5 graden blijft. In de ochtend is het suikergehalte van het gras over het algemeen lager, vooral na een nacht met een temperatuur boven de 5 graden. Houd er echter rekening mee dat ook andere factoren, zoals zonlicht en groeistadium van het gras, invloed hebben op de suikersamenstelling.
Geleidelijke opbouw: Start met korte weideperiodes van 10 minuten tot een half uur per dag en verhoog dit om de paar dagen met 15-30 minuten. Houd goed in de gaten hoe je paard reageert op de verandering.
Voorkom overmatige grasopname: Geef je paard vooraf hooi, zodat het niet met een lege maag de weide op gaat. Bouw de hoeveelheid hooi geleidelijk af naarmate de weidetijd toeneemt.
Voor de kwaliteit van je weide en een stabieler suikergehalte in het gras: Het is aan te raden om pas in mei te beginnen met weiden. Laat daarnaast een deel van het gras doorgroeien en pas vanaf midden juni beweiden. Dit zorgt ervoor dat het gras kan bloeien, minder suikers bevat en zich kan uitzaaien voor het volgende seizoen.
Extra voorzichtig bij suikergevoelige paarden: In het vroege voorjaar is het belangrijk om nog voorzichtiger om te gaan met beweiden. Bouw langzamer op en begin pas met weiden als het gras in bloei staat. Later in het jaar, in de ochtend en in het uitgebloeide stadium, bevat het gras de minste suikers.
Beperk de opname indien nodig: Is je weide nog niet optimaal ingericht als paardenweide? Dan kun je de grasopname verder beperken door slim te weiden. Dit kan door de weidetijd te verkorten, de weide op te delen in kleinere stukken en gecontroleerd af te wisselen. Zorg daarnaast voor voldoende vezelrijke voeding naast het gras, zoals hooi met een laag suikergehalte. Een goed weidebeheer met gevarieerde beplanting helpt om het rantsoen van je paard beter in balans te houden.
Alternatieve weidevormen
Voor paarden die niet onbeperkt gras kunnen eten, kan een andere weide-indeling een oplossing zijn. Een track-systeem of paddock paradise stimuleert beweging zonder dat paarden te veel gras binnenkrijgen. Ook het gebruik van ruigere, structuurrijke beplanting langs de randen kan helpen om de opname beter te reguleren.
Wil je meer weten over goed weidebeheer en hoe je jouw paard veilig kunt laten wennen aan gras? Neem dan contact op voor een adviesgesprek.